New York City telt zo’n 150 verschillende nationaliteiten en staat daarmee op de derde plek van steden met de meeste nationaliteiten. Amsterdam staat op de eerste plek en Antwerpen op de tweede plek. De inwoners van New York komen overal vandaan, de demografische samenstelling in New York is dus erg verschillend. Dit komt doordat de stad vroeger een belangrijk aankomstpunt was voor veel immigranten. De verschillende nationaliteiten hebben aparte delen in de stad. Dit zijn de bekendste: Harlem (Afro-Amerikanen), Chinatown (Chinezen), Little Italy (Italianen) en tot slot Spanisch Harlem (Puertoricanen). Toch is het nog altijd moeilijk voor de allochtonen om te integreren. Na 1940 groeide de zwarte bevolking enorm. Samen met de Puertoricaanse immigrantenstroom in de sloppen van Oost-Harlem en The Bronx zorgde dit ervoor dat veel Afro-Amerikanen zich gingen vestigen in Brooklyn, The Bronx en Queens. Door hoge belastingen in de jaren ‘70 en ‘80 verlieten ruim een miljoen blanken de stad. Het gevolg van dit migratiepatroon was een sterke vergrijzing.

Vroeger gold het principe van vrije immigratie voor iedereen, het maakte niet uit welke nationaliteit of etnische afkomst men had. Tussen 1876 en 1924 kwamen er zo’n 4,5 miljoen Italianen naar Amerika. Deze Italianen kwamen bijna allemaal uit het arme zuiden van Italië, ze probeerden de armoede daar te ontlopen. In 1920 woonden er in New York meer Italianen dan in Florence. Maar natuurlijk kon het Italiaanse dorpsleven niet zomaar overgeplaatst worden naar een stad als New York. Dit zorgde ervoor dat er een generatiekloof ontstond tussen de ouders en de kinderen. De kinderen maakten eigen vriendengroepen met eigen normen en waarden en ze kregen bijnamen als ‘boys’ en ‘fellows’ maar werden ook vaak ‘gangs’ (bendes) genoemd. New York kent meer dan 80 talen, de nadelen hiervan zijn de vorming van getto’s, de voordelen hiervan zijn veel verschillende culturen in New York.
Na de Eerste Wereld Oorlog werden er grenzen gesteld. In 1921 werd de eerste immigratiewet ingesteld. Deze wet stelde cijfers vast van het aantal immigranten dat in een bepaald gebied toegelaten mocht worden. In 1978 werd deze wet weer opgeheven en sinds 1981 mogen er jaarlijks zo’n 270.000 immigranten worden toegelaten in de hele VS, waarvan er niet meer dan 20.000 uit één land mogen komen